Selecteer Bellen in het startscherm.
Als u een contact wilt bellen, selecteert u Contacten op de werkbalk. Tik op het contact en selecteer Bellen op de werkbalk.
Als u wilt bellen, geeft u het nummer op en selecteert u Bellen op de werkbalk.
Als u een nummer aan uw contacten wilt toevoegen, selecteert u Toevgn aan Contacten op de werkbalk.
Als u een lijst met recentelijk gekozen nummers wilt openen, selecteert u Bellen op de werkbalk.
Selecteer Opties en een van de volgende opties:
- Open toepassingen — Overschakelen naar een andere geopende toepassing.
- Toetsenbord openen — Een internettelefoonadres invoeren.
- Contacten — Contacten openen.
- Snelkeuze — Een telefoonnummer aan een snelkeuzetoets toewijzen.
- Verzend dienstopdracht — Dienstopdrachten verzenden. Dienstopdrachten zijn verzoeken die u verzendt aan uw serviceprovider om bijvoorbeeld een netwerkdienst te activeren.
- Bewerkingsopties — Functies voor tekstbewerking gebruiken, zoals knippen, kopiëren en plakken.
- Oproepinstellingen — De oproepinstellingen wijzigen.
- DTMF verzenden — DTMF-tonen
verzenden tijdens een oproep.
De beschikbare opties kunnen verschillen.