Open Instellingen en selecteer Connectiviteit > Netwerk.

Als u het netwerktype wilt selecteren dat moet worden gebruikt, selecteert u Netwerkmodus. Selecteer het netwerktype en selecteer OK. Het is mogelijk dat deze instelling vooraf is ingesteld op het apparaat en dat u deze niet kunt bewerken.

Als u wilt opgeven hoe er moet worden gekozen tussen meerdere beschikbare netwerken, selecteert u Operatorselectie > Wijzigen > Automatisch of Handmatig.Als u wilt opgeven hoe er moet worden gekozen tussen meerdere beschikbare netwerken, selecteert u Operatorselectie > Opties > Wijzigen > Automatisch of Handmatig.

Als u wilt opgeven hoe er moet worden gekozen tussen meerdere beschikbare netwerken, selecteert u Operatorselectie > Opties > Wijzigen > Automatisch of Handmatig.

Tip:

Selecteer Handmatig als u weet dat een bepaald netwerk goedkoper is dan een ander netwerk of een snellere gegevensoverdracht levert.

Als u wilt aangeven wanneer het apparaat wordt gebruikt in een MCN (Micro Cellular Network), selecteert u Weergave info dienst > Wijzigen > Aan. De MCN­indicator wordt alleen weergegeven in de stand-by modus.Als u wilt aangeven wanneer het apparaat wordt gebruikt in een MCN (Micro Cellular Network), selecteert u Weergave info dienst > Opties > Wijzigen > Aan. De MCN­indicator wordt alleen weergegeven in de stand-by modus.

Als u wilt aangeven wanneer het apparaat wordt gebruikt in een MCN (Micro Cellular Network), selecteert u Weergave info dienst > Aan. De MCN­indicator wordt alleen weergegeven in de stand-by modus.

Tip:

In een MCN zijn de kosten voor lokale oproepen lager.

De beschikbare instellingen kunnen verschillen.

Selecteer Terug om de instellingen op te slaan.