Open Instellingen. Selecteer Verbinding > Netwrkbestemmingen. Selecteer een bestemming. Blader naar een WLAN-toegangspunt en selecteer Opties > Bewerken > WLAN-beveiligingsmodus > WPA/WPA2 of 802.1x > Instellingen EAP-plug-in. Blader naar een EAP-PEAP-plug-in en selecteer Opties > Bewerken.

Open Instellingen. Selecteer Connectiviteit > Bestemmingen. Selecteer een bestemming. Tik op een WLAN-toegangspunt en selecteer Opties > Bewerken > WLAN-beveiligingsmodus > WPA/WPA2 of 802.1x. Selecteer WLAN-beveiligingsinstell. > Instellingen EAP-plug-in. Als u de EAP-PEAP-plug-in wilt inschakelen, tikt u op de plug-in en selecteert u Opties > Inschakelen. Als u de instellingen voor de EAP-PEAP-plug-in wilt bewerken, tikt u op de plug-in en selecteert u Opties > Bewerken.

EAP-PEAP (Protected Extensible Authentication Protocol) gebruikt een beveiligde tunnel tussen een server en uw apparaat om de gegevens in deze tunnel te beschermen. De EAP-PEAP-plug-in gebruikt andere EAP-plug-ins als verificatiemethoden. Open het tabblad van de EAP-plug-in om de verificatiemethoden te selecteren die moeten worden gebruikt.

Selecteer een van de volgende opties:

Voor een betere beveiliging van de verbinding en interoperabiliteit kunt u ervoor kiezen om alleen de versie van het verificatieprotocol te gebruiken die door de verificatieserver wordt gebruikt. Neem contact op met de serviceprovider voor meer informatie.

De instellingen die beschikbaar zijn voor bewerken, kunnen verschillen.

Selecteer Terug om de instellingen op te slaan.