U kunt uw stem gebruiken om te bellen of de telefoon aan te sturen.

Spraakopdrachten zijn niet afhankelijk van de stem van de spreker. Opdrachten worden automatisch door uw telefoon gemaakt.

Wanneer u contacten toevoegt of spraakopdrachten bewerkt, moet u geen zeer korte of sterk op elkaar lijkende namen gebruiken voor verschillende contacten of opdrachten.

Opmerking:

Het gebruik van spraaklabels kan moeilijkheden opleveren in een drukke omgeving of tijdens een noodgeval. Voorkom dus onder alle omstandigheden dat u uitsluitend van spraaklabels afhankelijk bent.

Wanneer u spraakgestuurd bellen gebruikt, wordt de luidspreker gebruikt. Houd de telefoon iets van u af wanneer u de spraakopdracht geeft.

  1. Houd op het startscherm de beltoets ingedrukt. Als er een compatibele hoofdtelefoon met hoofdtelefoontoets is aangesloten, houdt u deze toets ingedrukt.

  2. U hoort een korte toon en de tekst Spreek nu wordt weergegeven. Noem duidelijk de naam die u voor het contact hebt opgeslagen.

  3. De telefoon speelt in de geselecteerde telefoontaal een samengestelde spraakopdracht af voor het herkende contact, en de naam en het nummer worden weergegeven. Als u spraakgestuurde nummerkeuze wilt annuleren, selecteert u Stoppen.

Een spraakopdracht voor een contact beluisteren
  1. Selecteer een contact en > Details spraaklabel.

  2. Selecteer een contactgegeven.

Als voor een naam verschillende nummers zijn opgeslagen, kunt u ook de naam en het nummertype noemen, zoals mobiel of telefoon.